De eerste metingen aan het AHN zijn al in 1996 gedaan. In de tussentijd is er veel veranderd aan de techniek en de specificaties. De kenmerken en kwaliteit van het AHN is in al die jaren ontwikkeld. Wat de kwaliteit is van de verschillende AHN producten en wat de verschillen en overeenkomsten zijn staat hier beschreven.

​​​​​Tijdverschil/ inwinperiode

Het AHN1 is gemeten tussen 1996 en 2002, het AHN2 is gemeten tussen 2007 en 2012 en de AHN3 is gemeten tussen 2014 en 2019. De laatste twee dus in een cyclus van 6 jaar, waarbij niet altijd dezelfde inwinvolgorde is gebruikt. Afhankelijk van het gebied ligt het werkelijke tijdsverschil tussen het AHN2 en AHN3 tussen de vier en de tien jaar. Het AHN4 zal tussen 2020 en 2022 worden ingemeten, waardoor er voor heel Nederland sneller een update beschikbaar komt.

De afbeeldingen laten de verschillen zien tussen AHN1 en AHN2

Figuur 1a: Inwinningsjaren AHN1                          Figuur 1b: Inwinningsjaren AHN2

De afbeeldingen laten de verschillen tussen AHN3 en AHN4 zien

Figuur 1c: Inwinningsjaren AHN3                          Figuur 1d: Inwinningsplanning AHN4

Hoogtenauwkeurigheid

Voor het AHN2,AHN3 en AHN4 geldt dat individueel gemeten punten in de puntenwolk een hoogtenauwkeurigheid van niet meer dan vijf centimeter standaardafwijking en niet meer dan vijf centimeter systematische afwijking bezitten. Dit zijn de maximale waarden. Dit resulteert in de onderstaande hoogtenauwkeurigheden. 

 AHN1AHN2,3,4
Systematische fout5 cm5 cm
Stochastische fout15 cm5 cm
Minimaal 68,2% van de punten heeft een hoogtenauwkeurigheid van: 5 + 1 * 15 = 20 cm 5 + 1 * 5 = 10 cm 
Minimaal 95,4% van de punten heeft een hoogtenauwkeurigheid van: 5 + 2 * 15 = 35 cm 5 + 2 * 5 = 15 cm 
Minimaal 99,7% van de punten heeft een hoogtenauwkeurigheid van: 5 + 3 * 15 = 50 cm 5 + 3 * 5 = 20 cm 

Puntdichtheid

Het AHN1 heeft een puntdichtheid die varieert tussen de 1 punt per 16m2 en 1 punt per m2, afhankelijk van het jaar waarin het gebied is ingewonnen. Voor het AHN2 en het AHN3 is geen puntdichtheid gespecificeerd, maar deze ligt gemiddeld tussen de 6 en 10 punten per vierkante meter. Voor het AHN4 zal de puntdichtheid ongeveer 10-14 punten per vierkante meter zijn. Voor het gebied rond Schiphol (planning inwinning 2020) zal dit zelfs 20-24 punten per vierkante meter zijn!

Kaart van Nederland laat de puntdichtheid van AH1 per 16m2 zien

Figuur 2: Puntdichtheid AHN1 in aantal punten per 16 m2

Planimetrische nauwkeurigheid

De planimetrische nauwkeurigheid wordt voor het AHN2 en het AHN3 gevraagd als de karteerbaarheid: Het bestand bezit een zodanige dichtheid, een zodanige verdeling en een zodanige planimetrische nauwkeurigheid dat topografische objecten met een grootte van twee meter x twee meter eenduidig en met een positieafwijking van maximaal 50 centimeter kunnen worden geïdentificeerd.

Met andere woorden: de combinatie van puntdichtheid, puntverdeling en planimetrische nauwkeurigheid moet zodanig zijn dat een object van 2x2 meter met een bepaalde nauwkeurigheid kan worden aangemeten. Een lagere planimetrische nauwkeurigheid kan dan gecompenseerd worden door bijvoorbeeld een hogere puntdichtheid.

In de praktijk is de planimetrische nauwkeurigheid in de AHN2 en AHN3 bestanden ongeveer 5 cm stochastisch en 8 cm systematisch. Deze waarden gelden ook voor het AHN4.

Voor het AHN1 is de planimetrische nauwkeurigheid niet eenduidig voor het hele bestand te benoemen. Omdat de puntdichtheid voor sommige gebieden maar 1 punt per 16m2 is, worden er verder geen eisen gesteld aan de planimetrie van het AHN1.

Tabel 2: Planimetrische nauwkeurigheid AHN1 t/m AHN4

 AHN1AHN2,3,4
Systematische foutniet gespecificeerd8 cm
Stochastische fout30 cm5 cm
Minimaal 68,2% van de punten heeft een planimetrische nauwkeurigheid van: niet gespecificeerd8 + 1 * 5 = 13 cm 
Minimaal 95,4% van de punten heeft een  planimetrische nauwkeurigheid van: niet gespecificeerd8 + 2 * 5 = 18 cm 
Minimaal 99,7% van de punten heeft een  planimetrische nauwkeurigheid van: niet gespecificeerd8 + 3 * 5 = 23 cm 

Van filtering naar classificatie

Voor het AHN1 en het AHN2 is de puntenwolk beschikbaar als gefilterd en uitgefilterd XYZ bestand (opgeslagen als LAZ file in verband met de bestandsgrootte). 

Voor het AHN3 is de puntenwolk beschikbaar als geclassificeerd LAS (of LAZ) bestand. Classificatie AHN3: maaiveld (grond), gebouwen, kunstwerken, water en overig.

Voor het AHN4 zal de puntenwolk beschikbaar komen als geclassificeerd LAS bestand. Classificatie AHN3: maaiveld (grond), gebouwen (beperkt), kunstwerken (beperkt), water en overig.

Tabel 3: Filtering of classificatie van de AHN1 t/m AHN4 bestanden

 AHN1AHN2AHN3, AHN4[1]
StedelijkgebiedNiet gefilterdGefilterdGeclassificeerd
Bosrijk gebiedGefilterd, weinig punten op maaiveld resterendGefilterd, door meerdere reflecties ook nog voldoende maaiveldpunten Geclassificeerd, door meerdere reflecties ook nog voldoende maaiveldpunten
Landelijk gebiedGefilterdGefilterdGeclassificeerd
WaterIn uitgefilterd bestandIn uitgefilterd bestandIn aparte klasse, niet opgenomen in de DTM’s en DSM’s

Ad AHN1 Filtering binnen bebouwde kom

In het AHN1 waren er zo weinig punten per vierkante meter gemeten, dat er in stedelijke of dicht bebouwde gebieden na filtering vrijwel geen data meer zou overblijven die het maaiveld zou beschrijven. Daarom geldt voor het AHN1 dat bebouwde of stedelijke gebieden groter dan 1 kmongefilterd gebleven zijn.

Ad AHN2 MIVD restrictiegebieden

Voor het AHN2 is door de MIVD bepaald dat er restricties van toepassing zijn op militaire objecten of objecten die verbonden zijn aan het Koninklijk Huis. Consequentie voor het AHN2 is dat hoogtedata van niet-maaiveld objecten binnen de restrictiegebieden is verwijderd uit zowel de puntenwolken als uit de (ruwe) rasters. Vanaf 2013 heeft de MIVD bepaald dat deze restricties niet meer hoefden worden toegepast. Het AHN3 en verder kent deze restricties dus niet meer.


[1] Let op dat de definitie van de klasse gebouwen en de klasse kunstwerken in het AHN3 en het AHN4 niet identiek is! 

Leverformaten

AHN1DownloadService
Gefilterde laserpunten (= maaiveld)g<kaartbladnaam>.LAZ (xyz)-
Uitgefilterde laserpunten (= niet maaiveld)u<kaartbladnaam>.LAZ (xyz)-
5 m maaiveld raster<kaartbladnaam>.tifWMS, WCS, WMTS
25 m maaiveld rasterAHN1_25.tifWMS, WCS, WMTS
100 m maaiveld rasterAHN1_100.tifWMS, WCS, WMTS
AHN2DownloadService
Gefilterde laserpunten (= maaiveld)g<kaartbladnaam>.LAZ (xyz)-
Uitgefilterde laserpunten (= niet maaiveld)u<kaartbladnaam>.LAZ (xyz)-
0,5 m maaiveld raster, opgevuldi<kaartbladnaam>.tifWMS, WCS, WMTS
0,5 m maaiveld raster, niet opgevuldn<kaartbladnaam>.tifWMS, WCS, WMTS
5 m maaiveldrasterahn2_5_<kaartbladnaam>.tifWMS, WCS, WMTS
0,5m ruw raster (ongefilterd)r<kaartbladnaam>.tifWMS, WCS, WMTS
AHN3 en AHN4DownloadService
Geclassificeerde laserdataC_<kaartbladnaam>.LAZ-
0,5 m maaiveld raster  (DTM)M_<kaartbladnaam>.TIFWMS, WCS, WMTS
0,5 m ruw raster (DSM - geen klasse water)R_<kaartbladnaam>.TIFWMS, WCS, WMTS
5 m maaiveldraster (DTM)M5_<kaartbladnaam>.TIFWMS, WCS, WMTS
5 m ruw raster (DSM – geen klasse water)R5_<kaartbladnaam>. TIFWMS, WCS, WMTS

Toelichting opvulling: Alleen in het AHN2 zijn gaten, die ontstaan zijn door een incidenteel ongunstige combinatie van puntdichtheid en puntverdeling, in het 0,5 m maaiveld raster opgevuld op basis van de hoogtewaarden van de omliggende cellen. De opvulling vond plaats ten behoeve van visualisaties en modelleringen, en is zorgvuldig toegepast, om te voorkomen dat bijvoorbeeld gaten die samenvallen met een sloot niet worden dichtgerekend. Voor het AHN2 zijn dus zowel opgevulde, als niet opgevulde maaiveldrasters beschikbaar. Het verschil tussen deze twee bestanden is niet heel groot en bij het AHN3 is deze interpolatie dus niet meer toegepast. Bij voorkeur wordt het niet-opgevulde raster gebruikt omdat dit geen geïnterpoleerde waarden bevat.